Als je emoties sterker worden dan je redeneringsvermogen, wordt je gedrag ingrijpend beïnvloed. Dat komt omdat er een reptiel in je brein woont. In een bijeenkomst voor coaches legt Margriet Sitskoorn (hoogleraar klinische neuropsychologie) uit hoe dat zit. We denken dat we alles in vrijheid kiezen, maar nee dus.
Twee dingen
Het brein stuurt ons bij het interpreteren van allerlei gebeurtenissen. Dat doet het al twee miljoen jaar en ondertussen is het een snel systeem geworden dat maar op twee dingen let: is iets goed of slecht. We willen zo weinig mogelijk bedreiging en zoveel mogelijk beloning. Net kleine kinderen, inderdaad.
Bewust, maar meestal onbewust
Gelukkig zijn we in die twee miljoen jaar wel iets verder gekomen in het doorgronden van ons gedrag. Vanuit de neurowetenschap onderzocht David Rock wat ervoor zorgt dat we die primaire, reptielachtige reacties hebben. Hij vond vijf factoren die alles bepalen. Een positieve verandering op deze elementen zorgt voor meer werkgeluk. Als het tegengestelde gebeurt, voelen we ons bedreigd en ontstaat er een stressreactie in onze hersenen. Die reactie heeft gevolgen voor ons gedrag – bewust, maar meestal onbewust. Ook op de werkvloer.
Sjaal
Rock ontwikkelde natuurlijk een model hiervoor, zodat we het makkelijk kunnen onthouden en gebruiken: SCARF. Deze naam is een afkorting van vijf elementen: Status, Certainty (gevoel van zekerheid), Autonomy, Relatedness (je gevoel ‘erbij te horen’) en Fairness (je perceptie van rechtvaardigheid).
1. Status
Hiermee wordt niet de grote auto of het luxe directiebureau bedoeld. Het gaat erom of je je gewaardeerd en gerespecteerd voelt op je werk. Als dat zo is, voel je je meer betrokken en ben je bereid energie te investeren in de taken die het werk van je vraagt. Voel je de waardering niet, dan haak je af en verzet je je.
2. Certainty
Onze hersenen willen weten wat hen te doen staat, jij wilt weten wat er van je wordt verwacht. Anders kost het veel negatieve energie om te proberen te voorspellen wat er op je afkomt. Zekerheid prikkelt je genotsysteem, onzekerheid je pijnsysteem.
3. Autonomy
Kun je kiezen hoe je werkt, waar je dat doet, hoe en wanneer? Heb je hiervoor genoeg kennis? Weet je wat succescriteria zijn? Als je constant wordt betutteld en gecontroleerd, geeft dit stress en worden mensen bang.
4. Relatedness
Sociale contacten zijn een primaire behoefte. Je wilt je thuis voelen in een groep, dat zorgt voor veiligheid. Uitsluiting geeft pijn en angst.
5. Fairness
Je vergelijkt jezelf met anderen en vindt het belangrijk dat iedereen op dezelfde manier wordt behandeld. Als je het gevoel hebt dat je negatiever wordt behandeld, ontstaat er weerstand, vijandigheid en wordt je zelfvertrouwen aangetast.
De vijf factoren hebben met elkaar te maken en werken op elkaar in. Als ze allemaal op ‘positief’ staan, voelt je werkomgeving als een warme sjaal (‘scarf') van positieve emoties. Werken wordt nog te vaak alleen maar gezien als een cognitief iets, terwijl al onze activiteiten drijven op deze emotionele onderstroom.
Hoe sta je ervoor?
Ervaar jij je werk als een omgeving waarin je genoeg gewaardeerd wordt en je autonoom bent? Word je fair behandeld en voel je je verbonden met collega’s en de organisatie? Durf je nieuwe uitdagingen aan te gaan? Kijk eens naar de vijf SCARF-factoren en onderzoek bij welke het goed in orde is en welke verbetering nodig heeft. Zo weet je precies hoe je meer werkgeluk ervaart!
► Fotocredit
Afbeelding van Michael & Christa Richert via Rgbstock
Reacties