Binnen één slag is het helemaal mis. Ik kan niet meer verder. Het liefst wil ik zo snel mogelijk uitrusten op beide voeten, maar dat gaat niet lukken. Ik weet dat het water hier twee meter diep is. Wat nu?
De keerzijde van mijn favoriete sport
Elke week span ik mij in met zestig baantjes zwemmen. Dat is niet alleen inspannend, maar zeker ook ontspannend. Het duurde lang voordat ik een sport vond die mij dit biedt. Des te blijer ben ik dat zwemmen goed is voor van alles en nog wat aan mijn lijf en dat ik het ook nog fijn vind om te doen. Die vrijdagochtend gaat er echter iets verkeerds als ik me draaiend afzet van de kant: mijn hele linkerbeen is opeens pijnlijk verkrampt.
Met pijn en moeite naar veilig terrein
De redding ligt aan de overkant, bij het ondiepe. Ik trek mezelf langzaam en voorzichtig aan de balletjeslijn tussen de zwembanen naar de andere kant. De pijn is net te harden. Daar aangekomen kan ik eindelijk rusten. Ik probeer mijn been te ontspannen, daarna te rekken en trekken en dan opnieuw te zwemmen. Dat gaat niet. Ook de tweede poging mislukt. Er zit niks anders op dan uit het water te gaan.
Mijn been werkt niet mee!
Ik geef mezelf twee weken rust. Als ik opnieuw ga zwemmen, schiet mijn linkervoet in de eerste baan al in een kramp. Dat beweegt niet lekker, maar het gaat. Na het zwemmen kom ik echter doodmoe thuis en moet ik me door mijn man laten overtuigen om in bed te rusten. Ik val in een diepe slaap. De week daarna hetzelfde recept. Ik mopper bij de manueel therapeut dat mijn been me flink in de steek laat en ze begint te lachen.
Te hard, te snel: tijd om gas terug te nemen
‘Josien, wees eens wat aardiger voor dat been!’ Ze legt me uit dat zo’n draaibeweging heel veel van het lijf vraagt en dat als het misgaat, de impact groot is. Als ik na het zwemmen met deze blessure uren moet uitrusten, vraag ik veel te veel van mijn lijf. Ze adviseert te verminderen naar twintig baantjes, met vijf minuten pauze na elke vier. Ik weet dat ze een expert in het vak is, dus luister ik naar haar, ook al vind ik dit lage aantal helemaal niks.
Koud van het rusten, maar warm van inzicht
In proteststemming volg ik haar advies op en krijg ik het koud bij al die vervelende rustpauzes. Thuisgekomen ben ik een beetje moe, maar dat trekt gelukkig snel weer bij. Als ik de week daarna vier extra baantjes zwem, met extra rustpauze, merk ik dat ik ook nu in korte tijd herstel van de vermoeidheid. In een flits realiseer ik me hoe streng ik met mijn lijf omga.
De pijnlijke les in kwetsbaarheid
Ik was tot zo’n zeven jaar geleden altijd in goede conditie en bijna nooit ziek. Mijn gezondheid en mijn lijf waren iets vanzelfsprekends en ik maakte grapjes over mensen die zo vaak mopperden over hun lichamelijke gebreken en beperkingen. Dat veranderde toen ik uitgleed en in het ziekenhuis kwam met een gebroken heup (ontdek de stressles die ik als niet zo leuke tijdelijke invalide leerde). Door veel trainen en veel geduld lukte het me om die breuk goed te laten helen.
De fout om altijd maar door te willen
Nu snap ik dat ik ergens in mijn hoofd die geduldles ben kwijtgeraakt en alleen het trainingsdeel heb onthouden. Als er iets mis met me is, al is het een verkoudheid, doe ik er werkelijk ALLES aan om zo snel mogelijk weer beter te zijn. Drankjes, pillen, extra vitamines, ik doe het allemaal. Als een automatisme verwacht ik dat mijn lijf zo snel mogelijk weer normaal doet. Ik ondersteun het toch zo goed, nou dan!
Opeens ben ik niet meer de baas over mijn eigen lijf
Pas nu zie ik dat de rollen tussen mij en mijn lijf in de loop van mijn zestigjarige leven zijn omgedraaid. Daar ben ik niet over geïnformeerd, maar het is wel zo. In mijn jongere jaren was het lijf er voor mij: om me te dienen en te zorgen dat ik gewoon kon doen wat ik wilde doen. Ik besefte dit niet eens. Pas nu, na deze laatste lichamelijke beperking, snap ik dat het de hoogste tijd is dat ik goed voor mijn lichaam zorg. Soms door het te trainen, maar soms juist door het te vertroetelen, rust te geven en het geduld op te brengen om er aardig voor te zijn. Zelfcompassie noemen ze dat in coachtermen – dat moet mevrouw de coach toch weten?! O ja …
Van lichaam naar ziel: de bredere les in zelfzorg
Hoe belangrijk dit lijfelijke inzicht ook voor me is, ik besef dat het veel breder geldt. Als je naar de binnenkant kijkt, speelt daar precies hetzelfde. Als je niet stilstaat bij wat jij als persoon nodig hebt, voor jouw welzijn, voor het ervaren van plezier en voldoening in je leven en werk, ga je dat na een tijd merken. Bijvoorbeeld aan geen energie meer halen uit je werk en niet meer kunnen opladen. Aan het korte lontje dat je in contacten met anderen hebt. Aan een gevoel van leegte en niet goed weten wat je met je leven moet doen.
Je lijf en geest verdienen het allebei: tijd om te luisteren
Als je pech hebt of onvoldoende moed, erken je dit gevoel niet. Het wordt stilletjes van kwaad tot erger. Je ontwikkelt fysieke klachten die niet goed te verklaren zijn of komt ziek thuis te zitten. Een beetje overspannen, zo denk je zelf of je omgeving. Maar er is iets heel anders aan de hand.
Als je geluk hebt of genoeg lef, onderken je dat het tijd is voor verandering. Je bent niet meer dezelfde als vroeger. Je behoeftes in werk en leven zijn veranderd. Om jezelf te blijven ‘voeden’, zul je op ontdekkingsreis moeten gaan.
Wat heb jij nodig om je weer levendig en voldaan te voelen?
Tip
Ontdek de vijf misverstanden over compassie.
► Fotocredit
Bovenrand: Emilio Garcia via Unsplash
In blog: 1e foto Etienne Girardet via Unsplash, 2e foto inactief account (fotonummer 218330 op Pixabay
Op overzichtspagina van de blogs: inactief account (fotonummer 1229130) op Pixabay
Reacties