Er bestaan veel misverstanden over het begrip ‘compassie’. Lees wat de vijf grootste misverstanden zijn, zodat je beter begrijpt en voelt waar compassie voor staat.
1. Compassie is geen tovermiddel
Compassie zorgt er niet voor dat problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen – je kijkt er alleen anders naar. Het valt niet mee om een compassievolle houding te ontwikkelen. Maak het daarom niet lastig of veeleisend voor jezelf. Oefen ermee, wees speels.
2. Compassie is niet hetzelfde als medelijden
Compassie wordt ook wel eens mededogen genoemd. Wat is dan het verschil met medelijden? Dat verschil is subtiel, maar wel belangrijk.
Medelijden is vaak verbonden met een gevoel van onrechtvaardigheid en heeft een sterke emotionele lading. Iets moet niet zo zijn. Je wilt het oplossen of laten ophouden, omdat je er niet zo goed tegen kunt als het langer duurt.
Medelijden heeft meestal met je eigen onverwerktheden te maken. Bijvoorbeeld emoties die je nog niet genoeg onderzocht hebt.
Mededogen kenmerkt zich juist door een onderzoekende houding: waarom is het zoals het is? Het heeft met gevoel te maken. Daarmee bedoel ik het volwassen en bewust omgaan met de emotie.
Voorbeeld
Iemand is ziek. Als je medelijden hebt met deze zieke, vereenzelvig je je met die ander. Dat komt omdat je in zekere zin jezelf daar ziet liggen. Dat is een beangstigende beleving. Die angst vertaalt zich via medelijden. Herkenning vanuit angst is heel kenmerkend voor medelijden.
Als je in deze situatie mededogen hebt, herken je de zieke vanuit de ervaring dat je iets verwerkt hebt. Je ziet zijn toestand, maar ook de mogelijkheid die hij heeft om te kunnen leren, sterk te zijn, tot aanvaarding te komen, etc.
Als je het in één zin zou moeten samenvatten: in medelijden herken je de zwakte omdat je je zwak voelt, terwijl je in mededogen de kracht herkent, omdat je jezelf ook zo voelt.
3. Compassie is niet zweverig of soft
Praten over emoties en gevoel kan de indruk geven dat compassie zweverig is, ‘softe sector gedoe’. Het tegendeel is waar! Compassie vraagt veel van je: moed, dapperheid en kracht. Die heb je nodig om de pijn of het ongemak van jezelf of de ander tegemoet te treden zonder meteen in oplossingen te gaan of alles te negeren.
4. Compassie is niet het controleren van emoties
Compassie betekent niet dat je geen emoties mag voelen, ze snel wegpoetst. Emoties mogen er zijn, ook verveling, onrust of angst.
Het begrip zelfcompassie komt uit het Boeddhisme. Hierin wordt het oordelen (bepalen of iets goed of fout is), over anderen of jezelf, in feite overboord gezet. De kunst is om met een meer accepterende houding naar dingen te kijken: de dingen zijn zoals ze zijn, niet goed of slecht.
5. Zelfcompassie is niet egoïstisch
Zolang je er geen zelfmedelijden van maakt, is zelfcompassie niet egoïstisch. Bij zelfmedelijden zwelg je in je eigen ellende en vergeet je dat anderen vergelijkbare problemen hebben. Je kunt geen stapje terug doen en met een ruimere blik naar de situatie kijken.
Bij zelfcompassie neem je daarentegen een ruimer perspectief in. Je ziet de relatie tussen je eigen ervaringen en die van anderen, zodat je je niet geïsoleerd voelt. Je kunt jezelf relativeren.
Leestip: zelfcompassie
Eerder schreef ik een blog over hoe compassie met jezelf helpt om met meer plezier te werken. Lees erover en onderzoek jouw zelfcompassie.
► Fotocredit
Bovenrand: Tomislav Jakupec via Pixabay
In blog: Janie via Pixabay
Reacties