Hoe staat het met de pijnscore op je werk?

Zondagochtend 
In een flits is het gebeurd: ik glij uit en val keihard op de grond. Ik schreeuw van de pijn. Dokterspost (‘Er zijn 18 wachtenden voor u. Blijft u aan de lijn?’). Ambulance. Ziekenhuis. Röntgenfoto’s. Gebroken heup …

Zondagmiddag
Operatie. Drie joekels van schroeven zorgen ervoor dat ik weer in elkaar zit.

Maandagmorgen
'Hebben ze de pijnscore al met u doorgenomen?’ is de vraag van de verpleegkundige. ‘Nee’, is mijn antwoord. Ik blijk de pijn een cijfer te moeten geven op een schaal van 1 tot en met 10. Hm. Even voelen. Mijn 4 leidt tot een vriendelijk knikje. Pas later merk ik dat alles met 4 of lager geen aandacht krijgt en dat pas bij een 5 de vraag volgt of ik iets wil tegen de pijn.

Coachtechniek
Ik moet inwendig erg glimlachen als ik de vraag hoor. Het is een beproefde coachtechniek die blijkbaar ook in een ziekenhuisomgeving tot bloei is gekomen, zij het in een uiterst minimale vorm. Ik zal je niet vermoeien met de theorie achter deze vraag, maar kan je wel laten kennismaken met de aanpak. Als casus nemen we je werksituatie en kijken we hoe het daar met jouw pijnscore is. Het is een eenvoudige oefening. Doe je mee?

Oefening voor meer werkgeluk
I. Hoe gelukkig ben je in je werk?
Een 10 is de situatie dat je het fantastisch hebt op je werk. Alles is perfect. Een 1 staat voor de situatie dat het vreselijk is. Zaterdagmiddag heb je al buikpijn als je aan je werk op maandagochtend denkt.
Waar sta je nu op deze schaal?
Tip: zie het cijfer niet als een rapportcijfer, met een voldoende of onvoldoende. Het gaat niet om goed of slecht.

II. Wat maakt dat je op dit cijfer uitkomt?
Wat is er aanwezig dat ervoor zorgt dat je op dit cijfer bent uitgekomen?
Wat heeft je geholpen?
Wat werkte vooral goed?
Wat heeft je nog meer geholpen?
Wat heb je allemaal bereikt?
Hoe is je dat gelukt?

III. Welk cijfer zou je je werk graag geven, zodat je met plezier aan het werk bent?
Hoe ziet je werk er dan uit?
Wat is er anders?
Wat doe je met veel plezier?
Waaraan zou je merken dat je op … staat?

IV. Wat is er, in jouw ogen, voor nodig om één cijfer hoger te geven dan het cijfer dat je gaf?
Wat zou er dan anders zijn?
Hoe zou je je voelen nu je één cijfer hoger bent geraakt?
Wat doe je dan anders?
Waaraan merk je dit?

V. Wat heb je nodig om dat stapje omhoog echt te zetten?
Beschrijf dit heel precies, net als de situatie waarin je deze stap wilt zetten.

Het is een eenvoudige oefening, maar als je deze serieus oppakt, zal dit je veel brengen.

Leestip
Wil je nog andere ideeën om met kleine stappen meer werkplezier te krijgen? Lees dan mijn blog over job crafting, ook wel ‘baan boetseren’ genoemd. Er zijn meer mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het werk dan je denkt. En dat is precies waar het bij job crafting om gaat: je functie beïnvloeden.

Ik wens je veel werkplezier!