Klaas is bij me voor het eerste coachgesprek. Na een tijdje krijgt het gesprek diepgang en komen er knelpunten naar boven. Ik vraag hem: ‘Wat doet het me je om op deze manier stil te staan bij jouw situatie?’ Hij antwoordt niet direct. Dan kijkt hij me aan en zegt: ‘Dat weet ik niet. Daarvoor moet ik mijn gevoelsknopje aanzetten’.
Symptoombestrijding
Als ik doorvraag, beschrijft hij aarzelend hoe hij nu inziet dat hij zich jarenlang in een positie heeft laten manoeuvreren. Als er ergens iets moest worden gedaan, sprong hij in de bres. Nooit stond hij erbij stil wat hij zelf wilde. Hij deed zijn werk en iedereen was heel tevreden over hem. Maar de vele wisselingen op het werk maakten hem steeds vermoeider. Ziek thuiszitten hielp om meer rust te krijgen; achteraf blijkt het slechts symptoombestrijding. Hij weet dat er veel meer aan de hand is.
Een vage vraag
Klaas is niet de enige die in deze situatie zit. Ik hoor regelmatig dat ervaren werkers zoals hij op een bepaald moment tegen een muur aanlopen. Wat heel lang goed ging, blijkt opeens niet meer te lukken. De energie is weg, er is geen enkel plezier meer in het werk. Ze hebben geen idee wat er aan de hand is en komen bij me met een vage vraag.
Gevoel?
In de tweede helft van je loopbaan wordt het steeds belangrijker dat het werk bij je past. Dat het aansluit bij wat jij echt wilt en belangrijk vindt. Dan geeft het een andere dimensie, die niet goed te omschrijven is, maar zich heel duidelijk laat voelen. En daar zit de kneep: aan de gevoelskant gaat het vaak mis.
Wat heb jij nodig?
In zakelijker wordende organisaties, ook binnen de publieke sector, ligt de focus op prestaties, targets, resultaatafspraken. Op de werkvloer gaat het om rationeel handelen, argumenten, iemand overtuigen. Voeg dat bij de hoge werkdruk en de gevolgen liggen op tafel. Plichtmatig en gehaast doen mensen wat nodig is. En hebben geen tijd om stil te staan bij wat ze zelf nodig hebben.
Je bent een mens, geen machine
Als individu wil je gezien worden voor wie je bent, met heel je hebben en houwen. Je kunt niet niet-voelen. Oké, tenzij je een dictator bent of een ernstige psychische stoornis hebt (heel vaak gaat het eerste overigens samen met het tweede …), maar ‘normale’ mensen voelen van alles. Het gevoel is er altijd, maar je luistert er niet naar. Je handelt op de automatische piloot, jakkert maar door en hebt geen idee wat je erbij voelt.
Verbroken contact
Het effect? Je raakt het contact met jezelf kwijt. Je functioneert in een bepaalde rol en schenkt geen aandacht aan wat het met je doet als je dit doet. Het is ook zo gemakkelijk om dingen niet te (willen) voelen. Dat geeft minder zorgen, minder verdriet en dan kun je ‘gewoon’ doorgaan. Klopt. Nou ja, tot je grens is bereikt.
Jouw grens
Denk je nu bij jezelf: mijn grens? Hoezo? Elk mens heeft een grens voor wat hij of zij aankan. Gevoelens laten zich niet wegduwen en zitten ergens in je binnenste verborgen. Hoe langer je er geen aandacht aan geeft, hoe moeilijker het is om er contact mee te krijgen als die grens overschreden blijkt te zijn. Je bent niet gewend om te luisteren naar die zachte stem, naar jezelf. Het voelt eng. De kluwen van opgekropte gevoelens en emoties lijkt zo vreemd en niet van jou. Maar je kunt er niet meer omheen.
Ga voelen!
Laat het niet aankomen op een crisis als het opheffen van je functie of een ernstige ziekte bij een dierbaar iemand. Dan voel je heel veel, maar overspoelt het je. Zet je knopje vanaf nu altijd ‘aan’, op tien! Ga voelen, elke dag, steeds weer opnieuw.
► Fotocredit
Foto van Juan Bernal via Pixabay
Reacties