‘Vroeger’ deed je het op je 65ste. Of zelfs al veel eerder. De laatste jaren ligt 67 op de loer en 70 is niet ondenkbaar. Als je net 60 bent en geen zin meer in je werk hebt, zit er niks anders op dan te zwelgen in je ongeluk. Daarbij reik ik je zeven tips aan.
1. Het duurt niet meer zo lang
Je gaat toch zeker niets anders doen? De eindstreep komt in zicht, die tijd houd je nog wel vol. Zeker als je elke dag aan collega’s mag vragen hoe lang zij nog moeten (sommigen hebben zo’n rolcentimeter op hun bureau liggen). Klop vooral bij andere opa- of omacollega’s aan, want die zijn je beste gesprekspartner. Zij weten wat je bedoelt en voelen met je mee. Gewoon op je tanden bijten en die werkjaren zijn voorbij voor je het weet.
2. Je kunt geen financiële risico’s nemen
Iets nieuws proberen, is een slecht idee als je net een mooie badkamer hebt uitgekozen. Die is hard nodig, want jij en je partner gaan het huis verbouwen nu de kinderen de deur uit zijn. Vergeet niet de vakanties die je elk kwartaal neemt om echt even uit die sleur van het werk te komen. Dat is de enige manier om te overleven.
3. Een vast contract geeft zekerheid
Je weet best dat organisaties steeds vaker met een flexibele schil werken. Stap vooral niet over naar een nieuwe baan; een contract voor onbepaalde tijd is meer uitzondering dan regel. Je hoort wel eens over mensen met een vast contract en dat dit geen garanties geeft op een baan, maar dat is zwaar overdreven. Nee hoor, je zou wel gek zijn om zomaar jouw zekerheid op het spel te zetten.
4. Je hebt geen zin in al dat netwerken
Solliciteren heb je al 35 jaar niet meer gedaan en was vroeger stukken makkelijker dan nu. De zaterdagkrant had advertenties, je scheef een brief, werd uitgenodigd en meestal had je dan een andere baan. Tegenwoordig moet je ontzettend veel doen om achter een vacature te komen. Nee, daar heb je geen tijd voor. Online heb je zoveel betere dingen te doen.
5. Je bent wat je hebt gedaan
De tientallen jaren ervaring die jij hebt, daar kunnen maar weinig mensen aan tippen. Het is dus helemaal niet nodig om nieuwe dingen te leren, want jij weet alles al. Dat laat je ook graag weten aan je jongere leidinggevende, die jou gelukkig steeds minder lastig valt. Heerlijk, die rust.
6. Iedereen weet dat er leeftijdsdiscriminatie bestaat
Jongeren, ja, daar zitten ze om te springen. Die zijn altijd beter. Dus maak jij als oudere werknemer geen schijn van kans. Bovendien ben je ook nog eens veel te duur. En al die vooroordelen over dat ouderen altijd ziek zijn? Nou ja, oké, dat klopt bij jou dan niet, maar maak dat een nieuwe werkgever maar eens wijs.
7. Het eindigt toch altijd met een regeling
Mocht dit allemaal niet werken, doe dan je uiterste best om de boel flink onder druk te zetten. Als je maar vervelend genoeg bent, biedt de werkgever je vast wel een vertrekregeling aan. Hij is dan maar wat blij dat je ophoepelt. Als dat geen win-win is, weet ik het niet meer. Eindelijk kun je dan weer verder met je leven, na al die jaren afzien.
Reacties
Josien Sneek
Dank je wel voor je compliment! Goed om te lezen dat jullie bij VGZ aandacht willen geven aan deze belangrijke, maar vaak vergeten groep. Dit blog met een knipoog wil natuurlijk vooral inspireren om het anders aan te pakken. Daarover ga ik graag met je/jullie in gesprek. Ik ga contact met je leggen.
Thijs Lavooij
Wat een goed stuk. Ik val niet in je doelgroep, maar werk bij VGZ en ben bezig met een analyse op onze leeftijdsopbouw. Ik zie dat we steeds meer oudere medewerkers krijgen. Daarmee ook de vraag en opdracht: hoe houden we deze groep op een goede manier aan het werk? Hoe zetten we deze groep in op een manier die bij hun past? Welke behoeftes zijn er? Willen ze bijvoorbeeld wel van functie wisselen, maar durven ze niet? Of willen ze een minder dragende rol? Dat willen we intern verder onderzoeken. Maar tijdens het zoeken naar informatie stuitte ik op jouw artikel waarin je precies beschrijft hoe ik denk dat we het niet moeten doen. Daarom dacht ik: ik neem eens contact op. Zouden we een keer kunnen bellen? Daarbij natuurlijk allereerst de vraag of dit inderdaad iets is waarover je mee kan en wil denken. Ik hoor graag. Vriendelijke groet, Thijs Lavooij